
Laatst was ik in de Wibra. Nu kan ik in sommige winkels heel lang ronddwalen. Deze winkel is er ook zo een. Te veel leuke prullaria die je helemaal niet nodig hebt. Maar die je tóch even wilt zien en vasthouden. Om zeker te weten dat je het écht niet nodig hebt.
Warm en wazig
Nu was het nogal warm. Dus ik was een beetje wazig. Ben ik wel eens vaker. Wazig. Maar nu voelde het ook alsof er zo’n vage mist hing. Waar je je doorheen moest worstelen. Broeierig warm.
Mijn telefoon had ik in mijn hand. Geen idee waarom ik die niet gewoon in mijn tas had zitten. Nogal onhandig, want 2 dingen tegelijk vasthouden gaat soms niet zo makkelijk. Dus legde ik op een gegeven moment mijn telefoon neer toen ik iets interessants zag wat ik goed wilde bekijken.
Bij de kassa
Je raadt het al. Kom ik bij de kassa. Telefoon kwijt. Mijn wazigheid was direct verdwenen. Het ding was nergens te vinden in mijn tas. Ik zeg nergens, want de grootte van mijn handtas is zodanig dat het even duurt voordat je alle zijvakjes, binnenvakjes en tussen de typische vrouwen rommel hebt gecheckt…
Ik herinnerde me opeens dat ik mijn telefoon ergens in een bak had neergelegd. Om iets van keukengerei (of zo) te bekijken. Maar ja, in welke bak. Want het was nogal een grote winkel.
Dikke paniek
De paniek die je dan voelt. Ik krijg er spontaan weer hartkloppingen van. Want ik heb diverse pasjes in mijn telefoonhoesje zitten. Dus ik beeldde me al in hoe ik die allemaal opnieuw zou moeten bestellen. Hoeveel gedoe dat zou zijn en hoeveel tijd me dat zou kosten.
Bovendien had ik net gepind. 150 Euro in 3 briefjes van 50. Nu pin ik nooit zó veel contant, maar het was dit keer nodig.
Behulpzame klant
Opeens ging er bij de caissière een lampje branden. ‘Mijn collega heeft zojuist een telefoon gevonden’, zei ze. Opgelucht haalde ik adem. En ja, inderdaad had haar collega mijn telefoon bij zich. Een behulpzame klant had hem zien liggen en deze bij haar afgegeven. Inmiddels was die klant de winkel al uit. Dus kon ik hem of haar niet meer bedanken.
Ik checkte of het gepinde geld er nog in zat. De briefjes zaten er nog in. Gelukkig. Niets aan de hand dus.
Liefdadigheid?
Ik rekende af met mijn pinpas en liep terug naar de auto. Er kwam een Whatsapp bericht binnen dus checkte ik mijn telefoon. Toen viel me opeens iets op. De briefjes van 50 waren nét een beetje anders in het telefoonhoesje gestoken dan ik had gedaan. Een beetje schever. Dus haalde ik ze er uit. Ja hoor, 1 briefje van 50 was weg.
De verontwaardiging die ik toen voelde. Ik zal maar niet herhalen wat ik dacht. Nog steeds als ik er aan denk, word ik weer boos. Wat een flapdrol. Had dan al het geld meegenomen. Of 2 briefjes van 50, was ook ook niet opgevallen.
Beste meneer of mevrouw
Kort samengevat. Ik hoop dat deze persoon minimaal een nacht wakker heeft gelegen. Of liefst langer nog, dagenlang wroeging heeft gehad. Mocht hij of zij ooit eens deze column lezen. Liefdadigheid is prima. Maar geen betaalde liefdadigheid. En al helemáál niet zonder overleg. Dat u het maar weet, meneer of mevrouw.
