Een verhaal waar ik niets van af wist. De verdwijning van Willeke Dost. Haar bed blijkt leeg op de ochtend van 15 januari 1992. En haar bed blijft leeg. Ze verdwijnt. Spoorloos.
Wat is er gebeurd?
Zelfs na na 30 jaar is het nog altijd een raadsel wat er met het vijftienjarige meisje uit het Drentse Koekange is gebeurd. Er is geen lichaam, geen bewijs, geen spoor, geen motief en geen teken van leven. De politie onderzocht uitgebreid, misdaadjournalist Peter R. de Vries stortte zich op de zaak, en ook Opsporing verzocht en Vermist besteedden aandacht aan Willeke Dost, maar zonder succes. Hoe kan dat toch? Hoe kan iemand zomaar spoorloos verdwijnen?
De zoektocht
In Het Verdwenen Meisje houdt journalist Annique Oosting het dossier nogmaals tegen het licht. Centrale vraag is: hoe kan het dat we drie decennia later nog steeds bijna niets weten? Annique spreekt met mensen die haar kenden, onderzoekers, deskundigen, het openbaar ministerie en zorgprofessionals die zich om haar bekommerden.
Wie was Willeke?
Ze vraagt zich af wie Willeke was, of de politie fouten maakte in het onderzoek en of er iets klopt van alle geruchten over het pleeggezin waar ze woonde. Ze doorloopt scenario’s over wat er gebeurd kan zijn en focust op Willeke zelf. Want voor haar verdwijning was ze al een meisje met een verhaal. Niet alleen de omstandigheden rond Willekes verdwijning zijn namelijk een belangrijk element, maar ook de tragische jeugd van het meisje.
De Drentse tiener werd als 1-jarige wees, nadat haar ouders verongelukten. In de jaren die volgden, ging de getraumatiseerde Willeke van het ene gastgezin naar het andere, om uiteindelijk op haar tiende bij de familie Mulders in Koekange terecht te komen.
Kortom, een complexe puzzel en een intrigerend mysterie.